donderdag 24 maart 2011

De 24e vertrokken wij zeer vroeg uit Noemasoe [Numazu] en voorbij Mesima [Mishima], en begonnen om 7 uur ’s morgens het Fakonies-gebergte [Hakonegebergte] te beklimmen. Het weer was vochtig, en de wolken dreven langs de grond. Dit maakte de wegen, die toch al steenachtig en zeer ongelijk zijn, zeer moeilijk voor de dragers.

Alle mooie uitzichten, die je in ieder gebergte hebt, vertonen zich hier niet minder bekoorlijk, zowel door de vruchtbaarheid van de woeste natuur als van de bebouwde akkers. De wegen zouden voor rijtuigen ontoegankelijk zijn, en worden op sommige plaatsen zelfs te gevaarlijk om in de norimond te blijven zitten. Om half een kwamen wij in het dorp Fakonie [Hakone], dat heel fraai is, en vlakbij het visrijke Togiets meer ligt. Het is in deze plaats en in dit gebergte, dat de schoonste kunststukken in lak-, snij- en draaiwerk worden gemaakt. En niemand kan de kooplust weerstaan wanneer hij de winkels binnengaat. Een paar mijl voorbij Fakonie komt men bij een van de voornaamste kooplieden van Hatta [Hata], en naderhand bij die van Imotto,die ook bijzonder zijn ingericht, om de grote Heren die hier langs reizen te ontvangen en hen naar landsgebruik door schone meisjes te laten voorzien van thee, banket en andere versnaperingen. Wij vonden de prijzen hier billijker dan in Foetjoe [Fuchu], en kochten verschillende mozaïekwerken en ook fraai bewerkte Japanse mand- en lakwerken, en kwamen pas 's avonds om 10 uur in ons logement in Odawara.

Bij een dergelijke moeilijke tochten ontvangen de dragers altijd buitengewoon drinkgeld, en ik moet tot lof van deze eenvoudige lieden zeggen, dat, hoezeer hun post dikwijls zeer moeilijk was, zij nooit de minste ontevredenheid vertoonden of het geringste oponthoud veroorzaakten, hoewel wij gedurende de hele reis van Miako tot Jedo de hele tijd dezelfde dragers voor de norimonds behielden.

Geen opmerkingen: