woensdag 23 maart 2011

De 23e. Vandaag hielden wij het middagmaal te Josiwara [Yoshiwara] en kwamen daarna in Harra [Hara], waar wij een bezoek aflegden bij een der voornaamste ingezetenen, om zijn fraaie tuinen, bloemen, planten, vogels, enzovoorts te zien. Dit overtrof verreweg al hetgeen wij tot dusverre van dien aard hadden gezien. Maar in het bijzonder was het zomerhuis verrukkelijk, dat in de tuin stond, waarover zelfs onze Japanse reisgenoten verstomd waren. De zindelijkheid, de smaak en de verscheidenheid van planten, als ook de zo kostbare verscheidenheid van heesters en hun geliefkoosde dwergbomen, rots- en grondwerken, vijvers, enz., maakten dit plekje tot een ware lusthof. Wij werden in het zo lieflijke zomerhuisje onthaald op vruchten en banket, en moesten naderhand in de grote woning Sakki en Japans eten gebruiken, wat bij dergelijke gelegenheden niet anders dan met tegengeschenken kan worden beantwoord.

Het weer was buitengewoon mooi, en we hadden nu een vrij uitzicht op de Foegieberg [Fuji], wij reisden gestadig langs de voet van de berg in de heerlijkste en vruchtbaarste oorden en een nog mooiere omgeving dan ik mij had kunnen voorstellen. Het is geen wonder, dat de Japanners die berg door veelvuldige tekeningen en afbeeldingen voorstellen. Men krijgt nooit genoeg van dit uitzicht, en verschillende malen bleven we even staan om die schone en trotse natuur te bewonderen. Het gebied rond de berg is dicht bevolkt en bijzonder vruchtbaar. Deze berg heeft al zo lang geen vuur gebraakt, dat men meent die grond met alle veiligheid te kunnen bewonen en geen uitbarsting meer te vrezen hebben.

Geen opmerkingen: