dinsdag 1 maart 2011

De 1e maart reisden wij door tot Fiogo [Hyōgo], een zeehaven, waar de hofreisbark de overige goederen ontscheepte die niet in Moero gelost waren.


De haven van Hyōgo. Uit: Nippon.

Wij trokken heden voortdurend door steden en dorpen, van welke onder andere Ookfboe [Ōkubu] in een vallei die zeer schoon gelegen is. Bij Akasi [Akashi], ook een fraaie stad, trokken wij de rivier over, langs een brug, die op 57 hardstenen zuilen gebouwd is. In de namiddag vertoefden wij in een theehuis, Soeba genaamd [Soba, waarschijnlijk de naam van het gerecht, niet van het theehuis], beroemd wegens een bepaalde soort van vermicelli, waarvan alle Japanners een portie namen. Recht tegenover dit huis is het gedenkteken en de begraafplaats van een zekere SIGISMAY [Shigisumai] een kroongeneraal en zoon van de Dayrie ADSMOYNOTENNO [Azumoi no tennō] die hier in de oorlog tegen Heike sneuvelde. Wij kregen hier een jongeling mee, die in deze omstreken de planten aanwees, en bijzonderheden verhaalde over deze in de Japanse geschiedenis zo beroemde veldslag.

Geen opmerkingen: