woensdag 16 maart 2011

De 16e kwamen wij in Narumi, een stad bekend door zijn katoenenfabrieken. ’s Avonds trokken wij bij Jahaki [Yahagi] over de rivier met dezelfde naam [Yahagigawa] over een brug van 208 ikjes [{ik}ken] [1 ken = 1,82m] of 600 Amsterdamse ellen lang.


De Yahagigawabrug. Uit: Nippon.

De wegen waren hier over het algemeen zeer breed en zindelijk, aan weerszijden met ceder- en sparrebomen beplant. Wij ontmoetten thans vele optochten van Japanse Groten. Slechts voor zeer hoge personages hielden wij een ogenblik stil, maar alle overigen ruimden de weg voor onze trein; de geringe lieden stegen zelfs van hun paard, of hielden in hun draagstoel stil, om het compliment te maken. In de nachtherbergt te Ocasakki [Okazaki] bestond het geschenk van de hospes uit een bord met hazelnoten en gedroogde hamagori [hamaguri] of schelpvis [vlees van de Venusschelp].

Geen opmerkingen: