zaterdag 19 februari 2011

Een vreemdeling, die het eiland verlangt te zien, gaat aan de poort door als bediende van een van de tolken of ambtenaren, ofwel krijgt hij daartoe in het geheimverlof van de poortwachter, hoewel het eigenlijk verboden is. Geen Hollander kan het eiland verlaten, zonder de goedkeuring te hebben gekregen van de Japanse regering via de rapporteurtolken. Deze toestemming wordt nooit geweigerd, maar de Hollander moet altijd vergezeld worden door enige tolken, banjoosten, klerken en verdere Japanse bedienden, die hem op de hielen volgen, en naarmate het aantal Hollanders groter of kleiner is, is ook het gevolg groter of kleiner. Een wandeling in of buiten de stad is altijd een echte ontspanning, die echter vanwege de kosten niet vaak, althans zelden meer dan één of twee maal in de maand plaatsvindt, omdat de wandelaar verplicht is het gevolg van Japanners dat hem vergezelt, te onthalen.


Uitzicht op Nagasaki.

Men heeft in de omstreken van Nagasakki de mooiste uitzichten en wandelingen, en men bepaalt gewoonlijk op zo’n dag een vast punt van samenkomst, hetzij in of buiten de stad waar de Hollandse en Japanse keuken te vinden is en de vrienden zich onderling vermaken. Bij dergelijke gelegenheden zijn de Banjoosten zeer inschikkelijk om onze nieuwsgierigheid te bevredigen, en men laat ons zelfs door één enkele tolk vergezeld, commissies verrichten. Dit geschiedt ook meestal, omdat zij ruim van alles voorzien worden, en zich op hun gemak te goed doen, en wellicht meer dan wij zelf van het onthaal genieten. Het wordt wel eens oogluikend toegelaten dat men winkels binnengaat, en door tussenkomst van de Compradoor iets koopt. Maar voor het overige mag men in geen enkel burgerhuis komen. De enigste gebouwen die de vreemdeling mag binnentreden zijnde tempels en de beroemde Tjaya’s [chaya] of theehuizen, die zo goed en luimig in het vijfde hoofdstuk van het werkje van den heer MEYLAN1 zijn beschreven dat ik daarvan niets meer zeggen kan dan dat zij uitermate geschikt zijn om een gezelschap van vrolijke gasten op te wachten. Wanneer men zijn intrek neemt in de tempel, wordt men door de kaalgeschoren priester in zijn plechtgewaad ontvangen, maar naderhand, nadat de eerste statige opwachting is afgelopen, is hij de man die zwaar beschonken, met zang en dans de meeste potsen aanricht, en zijn eigen geboden overtreedt door ham, vlees, boter, en wat hem nog meer verboden is, boetvaardig te nuttigen. Alle consumpties die in de stad worden gebruikt, betaalt de compradoor, die dat later met 20% winst in rekening brengt. Iedere Hollander heeft zijn lopende rekening bij die leverancier, welke dagelijks wordt bijgeschreven, waarvan men op het eind van de maand een bewijs krijgt. Op dezelfde manier wordt ook gehandeld met alle goederen die van de overige leveranciers gekocht worden. Deze bewijzen worden door het tolkencollege geverifieerd en vervolgens door de crediteuren bij de geldkamer ingeleverd.
Deze lopende rekeningen worden vereffend met de opbrengst van de bijzondere Kambang-goederen, die ten overstaan van de Geldkamer verkocht en afgeleverd worden. De Geldkamer ontvangt het geld van de kooplieden, en opent voorons voor dat bedrag een krediet, echter met een korting van vijfendertig procent, wat in feite de belasting op de bijzondere verkopen is. Bij het vertrek van de schepen moet iedereen er voor zorgen, dat zijn rekening afgesloten wordt, en de Japanners zijn wat dat betreft zeer nauwkeurig, zodat er zelfs na de grote drukte, die bij het vertrek van schepen plaatsvindt, en de omslachtige wijze van liquidatie zelden een fout wordt gevonden.

1 Meylan, G.F., 1830. Japan. Voorgesteld in schetsen over de zeden en gebruiken van dat Ryk, byzonder over de ingezetenen der stad Nagasaky.

Geen opmerkingen: