dinsdag 8 februari 2011

De 8e.
Buiten Sonogi gingen wij wandelen, en hielden ons een ogenblik op bij de hut van een grijsaard, die van zijn jeugd af altijd genoegen had geschept in het zien voorbijtrekken van de Hollanders. Hij was bijna 90 jaar oud, en hier samengekomen met een groot gedeelte van zijn nageslacht. Meer dan 40 keer had hij nu reeds onze trein voorbij zien trekken, en hj scheen oprecht gelukkig die dag opnieuw te beleven. Hij kreeg van het opperhoofd een drinkpenning om zijn gezin te onthalen. Wij ontmoetten die dag een transport van enkele Koreanen, die bij het landschap Nagats [Nagatsu]schipbreuk hadden geleden, en nu naar Nagasakki vervoerd werden.
In Oresino bezichtigden wij het warme bad, en voelden ons hier al verplicht enkele kleinigheden uit de deden aan de Japanse dames, die verzochten ons tijdens het middagmaal te mogen bezoeken.
’s Avonds bekeken wij in Takywo [Takeo] een zeer fraaie badhuis van de Landsheer waarbij ook een warme bron gevonden wordt.

Geen opmerkingen: