donderdag 24 februari 2011

De 24e waaide er een noordenwind. Wij waren 's morgens vroeg bij Kamiro [Kamuro], en hadden een heerlijk uitzicht op het eiland Saikokf [Shikoku], waar alle toppen van de bergketens met sneeuw bedekt waren. Tegen de middag draaide de wind naar het westen en moesten wij vervolgens voor Mitarya [Mitarai] voor anker te gaan, waar wij overnachtten nadat wij er een Japanse Sakke- partij hadden bijgewoond, bij welke gelegenheid wij enkele samsiespeelsters [shamisen-speelsters] van het beroemde Firozima [Hiroshima] hoorden.


Een shamisen

Ik moet echter bekennen dat wij in die muziek, evenmin als in al hetgeen wij tot dusverre van dien aard in Japan gehoord hadden, behagen schepten; doch wij bewonderden daarentegen de stipte orde en onderscheiding, die men ons bewees, daar ieder op de straat zich bukte totdat wij voorbij waren, en twee mensen met bezems voor de trein uit liepen om door het roepen van Say! Stay! het volk van onze aankomst te verwittigen, en de geringste stenen of vuiligheid van de weg op te ruimen.

Geen opmerkingen: