dinsdag 4 mei 2010

Donderdag 4.

Vertrokken des ochtends uit ons logement. Kwamen in de wacht van 100 man alwaar wij omtrent twee Ure lang vertoefden en dezelfde hooge ambtenaren ontmoetten. Gingen daarna naar het K: Paleis en daarna naar dat van den Kroonprins alwaar ik het afscheids Compliment aflegde. In het eerste ontving ik behalve de 50 Kabaayen tot tegen geschenk voor de gewone Geschenken, nog 80 Schuitjes zilver voor de buitengewone geschenken.

Even gelijk bij de eerste audiënties ontving ik de gelukwenschingen van vele daar zijnde hooge en mindere Ambtenaren, en wij keerden naar onze verblijf terug, alwaar wij omstreeks 4 Ure namiddags aan kwamen – De Opp Tolk zegden mij, dat de Gouvr hem zijne te vredenheid had te kennen gegeven over dat alles bij deze Audientie zoo wel en zonder de minste haperingen was afgeloopen.

Ik vroeg den Opp Tolk of hij dacht dat ik het heden ontvangen Geschenk Zilver in natura aan de h. Regering zou kunnen overmaken. Hij zegde het niet te gelooven dat mijne twee laatste voorgangers die ook Zilveren Schuitjes in Geschenk hadden ontvangen het in waren hadden overgemaakt. Ik zegde hem voornemens te zijn verlof daartoe te vragen, daar ik het als eene tegenstrijdigheid beschouwde dat men mij voor den h: Regering Zilver gaf en niet zou toestaan dat ik het aan dezelve toestond. Hij antwoordde mij dat ik het in alle geval kon vragen.

Kwamen de Hofreis Opp Banjoost en die van den N: Gouvr en vervolgens de Gezanten van de Rijks raden, van de Tempelheeren en van de beide Jedosche Gouverneurs mij gelukwenschen met de Afscheid Audienties enz. De laatste boden mij tevens uit naam van hunner Zenders de gewone tegengeschenken van Zijden Kabaaijen aan.

Geen opmerkingen: