dinsdag 18 mei 2010

Donderdag 18.

waarvan deze ochtend het Translaat ontving.
Na lang wachten kwam den Hreis Opperbanjoost en twee Opp banj: van den hier zijnde Gouvr die mij een schriftelijk bevel van dien Ambtenaar bragten. – om den Kapit bij de terugreis de kapittels goed in acht te nemen en alle ‘S morgens vroeg op reis te gaan. –
Vertrokken voor den middag en vonden te Omori (grootbosch) den oude Lh: van Satsuma, die mij daar verzocht had met den Vrijheer van Nakats en deszelfs andere zoon, den Prins Sakonsama die ons op het minzaanst ontvingen en gelijk ook de beide anderen eenige geschenken aanboden. De eerstgenoemde Prins verzocht mij een’ zeer fraaijen Likieusch roodverlakt etensbak met geëmailleerde bordjes waarin eenige Japansche versnaperingen voorgediend waren, als ook eene groote Kruik Likieusche Arak te behouden. De oude Prins was bijzonder vriendelijk, minzaam en opgeruimd, zoodat hij eigenhandig xxxxxxx ons Zakki inschonk. –
Z:H: sprak enige woorden Hollands zeer duidelijk en verstaanbaar. – Wij namen afscheid van den Vorst en gingen naar Obotoké mai. waar Daar ik namelijk den Vrijheer van Nakats, die een zeer goed Ruiter is, het verlangen had te kennen gegeven om hem te paard te zien, had de Prins de beleefdheid met vijf of zes zijner dienaars ons te paard voorbij te rijden. Z:H: wachtte ons te Obotoké Mai op en onthaalde ons daar in een vertoefhuis, ons tevens eenige aardige Strowerk aldaar gemaakt in geschenk aanbiedende en mij bovendien eene Kas met zeer fraaijen Zakki Bakjes. – Wij namen afscheid van Z:H: en kwamen omstreeks half acht Ure te Kawazakki.

Geen opmerkingen: