zondag 4 april 2010

Dinsdag 4.

Bleven te Okits [Okitsu] omdat men ons zegde dat de herbergen te Kambarra door de Nagamats (Bagage) van den Landsheer van Kiesjae en eene Bijvrouw van den Landsheer van Satzuma bezet waren die aldaar moesten vertoeven omdat de Foezigawa door den gister en dezen nacht gevallen regen niet over te varen was. – Dan daar ik de opgegeven reden van ons vertoeven alhier als eenen uitvlucht der Tolken beschouwde om onze reis te vertragen, Schreef ik ’S avonds aan den Opp Banjoost om hem voor te stellen, dat het, ten einde geen tijd te verspillen, mij raadzamer toe scheen, morgen ochtend vroegtijdig naar Kambara te gaan om aldaar het oogenblik af te wachten. – Eenigen tijd nadat ik dien brief had geschreven, kreeg ik een mondeling antwoord, dat de Opp Banjoost ook van dat gevoelens was, en wij den volgenden ochtend zouden vertrekken. Intusschen. –

Geen opmerkingen: