zaterdag 31 mei 2008

de 31ste
Vroeg opgebroken uit Itsibe kwam ik, de stoet snel vooruitlopend, in Mumenoki aan, waar de vroeger genoemde geneesmiddelenkraampjes stonden. Ik had de waard bij ons vertrek de opdracht gegeven de merkwaardigste gewassen uit de omgeving te verzamelen en te laten opsturen naar de tuin in Deshima. Met genoegen hoorde ik dat hij al een maand geleden een aanzienlijke verzameling daarheen had gestuurd, waarvan hij me de lijst overhandigde. Hierna bezocht ik in het volgende dorp …. een monnik, die mij bekend was als bloemist. [Ik] vind een mooie tuin waarin enkele zeldzame gewassen zoals Nymphaeen, Aralia’s, Bladhien, Acer, Lelies en dergelijke geliefde gewassen staan.


Lilium auratum

We houden middagrust in Kusats’, een zeer druk bezocht stadje vanwege de walvisvangst in het buurtschap Ise. Voor dit stadje, waar de weg naar Ise kruist met de grote landweg, zijn verschillende grote vierkante‘zuilen opgericht die als wegwijzer dienen. Veel hotels, waar bij ingang op linnen stijve uithangborden de namen van de bekendste goden uit Ise staan.
In Kuwats’ worden uitsluitend bamboestokken verkocht. Het zijn de wortels van een bamboe genaamd Bambus Moosoo, die het best in de winter opgegraven kunnen worden, deze wortels, die meestal krom zijn, worden met olie bestreken en boven een kolenvuur gestrekt.


Bambus moosoo

De Japanner gebruiken de dunste stokken alleen als rijzweep. De dikke zijn zelden zonder vlekken en met gelijke knobbels.
Trekken daarna de Setabrug over, waar men een betoverend uitzicht op de grote zee heeft. Gaan door Zeze, de mijlenlange stad met een kasteel, waar ik achter de stoet aanlopend de opperbanjoost tegenkom, en hem uitnodig in een theehuis, dat daar beroemd is vanwege het prachtige uitzicht, met mij een verfrissen te nemen. Ik breng met deze man die mij zo begunstigt, een zeer aangenaam uurtje door. Men eet hier als bijzonder lekkernij een soort versgevangen karper (genaamd …?…). Zeze en Ots’ lopen haast ongemerkt in elkaar over en ik trok door de lange straten en kwam met invallende avondschemering in Otsu aan bij het zeer propere hotel van de al meer genoemde vorst van Nakats. Genoot [vanuit een hiervoor speciaal gebouwde kamer] op de van tinnen het dak van het huis van een heerlijk uitzicht op de ondergaande zon, die, met spaarzame stralen op de glanzende sneeuw op de rug van de berg Hira, de hoogte en de noordelijke ligging van deze berg duidelijk maakt.

Ik had onderweg een tegelbakkerij bezocht en nu kwam op mijn verzoek deze tegelmaker bij mij op bezoek om de manier waarop de tegels vervaardigd worden nader te leren kennen. De daktegels in Japan zijn zeer goed en sierlijk bewerkt en geven grote gebouwen met name de Boeddhatempels waarvan de daken naar Chinese smaak ook nog doorgebogen zijn een zeer goed voorkomen. Ze worden niet zoals de Europese meestal uit een stuk vervaardigd, maar uit verschillende stukken gemaakt, aangepast aan verschillende doelen. De pijpaarde wordt nadat ze meerdere dagen met de voeten is gekneed, in grote vierhoekige stukken gevormd naar verhouding van de te maken tegels; nu snijdt men met een door een boog gespannen koperdraad een voor een schijven van de gewenste dikte af. Deze worden met een breed stuk hout op een bolle plank, genaamd mojagata, die de vorm van de tegel heeft, geslagen en dan in een rij gezet om te drogen. Dan neemt men ze een voor een en besnijdt en vormt ze op een andere concave, net als een pottenbakkersschijf op een vaste voet bewegende plank genaamd arasi, en vormt zo de gewone daktegel, genaamd sitsinino narabi, en daarna worden naar believen versierde randen en eindstukken op een speciale plank (kirikata) tegen de gewone tegel gelegd en eraan vastgemaakt.
De vormen uit hout worden in de leem geslagen en door het bestrooien met gipspoeder (kirikara) wordt het vastkleven verhinderd: Naast het genoemde gereedschap gebruikt men nog enkele andere eenvoudige zoals een gekromd mes, een getand hout om bij het aanzetten van de randen de vlakken van die randen ruw te maken, een kluit van in water gedoopt leer om de tegel tenslotte aan de randen nog iets gladder te maken, etc. Deze tegels worden hierna gedroogd en 5 bij 5 op elkaar gestapeld, en, al naar gelang de kwaliteit van de aarde, 3-5 uur gebakken. In de regel hebben de gebakken tegels een glanzend zwarte kleur, net zoals bij on het gebruikelijke ovenzwart, dat nu eenmaal in de aarde zit. De tegel zijn uiterst zorgvuldig en mooi bewerkt, daarom zeer duurzaam en precies aan elkaar passend). Maar juist vanwege de moeizame manier van bewerking kan een man er niet meer dan 150 per dag maken.
Ik liet hierop de tegelmeesters de manier zien waarop wij onze eenvoudige platte dakpannen maken door middel van ijzeren rand die de vorm eraan geeft, en ze waren zeer verbaasd toen ik hen aangaf dat een man er 600-1000 per dag zou kunnen maken. Ze hadden me goed begrepen en probeerden enkele toepassingen van de ijzeren rand op hun eigen vormen te maken.
’s Avonds kreeg ik nog bezoek van enkele vrienden uit Miako. –

vrijdag 30 mei 2008

de 30ste
Ga haastig [lopend] vooruit naar Sakanosta, waar een bekende van Dr Tsoan planten en andere naturaliën verzameld heeft en me hierover gisteren heeft ingelicht. [Ik] vind daarbij onder andere een zeer grote levende Triton, enige kruiden en stenen. Zet mijn reis voort door het plantenrijke gebergte Suzukajama. Zeer veel zeldzame planten. Prachtige uitzichten, [we] worden in Zusuka zeer plezierig verwelkomd door leuke bergmeisjes. Harde regen verhindert me dieper het gebergte in te gaan. De flora van dit gebergte, voor het grootste deel eiken, beuken, esdoorns, cypressen, Thuja’s, Sassafras, Aralia’s, Weigelia’s,


Weigela coraeensis

Ligustrum, Smilaceeën, Deutzia’s, Taxus baccat[a] (zeldzaam),


Taxus cuspidata Sieb. & Zucc.


Taxus cuspidata Sieb. & Zucc.


Evonimus, Mimosa arborens. [*?]verschillende mij nog onbekende niet bloeiende bomen, en struiken. Houden middagrust in Tsutsijama, bekijken in het dorp Natsumi veel fonteinen en komen met zeer slecht weer laat aan in Isibe.


Euonymus

donderdag 29 mei 2008

de 29ste.
Zetten onze reis voort van Jokaitzi over S’ono en het kasteel Kamejama naar Seki. Het landschap is in de regel vlak, rijstvelden, gerstbouw, lichte sparrenbossen, hier en daar kleine meertjes, verschillende Nymphaea’s. –

woensdag 28 mei 2008

de 28ste
Gaan even na 7 uur onder zeil naar K’wana over de Bocht Miawatasi naar Sagawatasi westelijk sturend, [varen met?] lichte bootjes zonder snavel, [krijgen?]een mooie hut. Sterke tegenstroom. Na enige uren hadden we de tegenoverliggende kust bereikt en liepen de monding binnen van de rivier Nabeta, die hier zijn loop vanuit Kiso beëindigd. West zuid west en later WNW sturend, de rivier is ongeveer 400 voet [120 m] breed en meestal niet dieper dan 10 voet [3 m]. Van het westen naar het oosten stromend met enkele onbeduidende krommingen. Men vaart met kleine boten, die een zeil, vaarstaken en een roer hebben en zich onderscheiden van andere zeeschepen doordat ze in plaats van een breed gekielde snavel een vlak afgesneden voorkant hebben. In het midden van het vaartuig waar wij ons in bevonden, was een mooie, ongeveer vier matten grote hut. Deze boot was in ieder geval groter dan alle andere die we tegenkwamen.

We genoten van een prachtig uitzicht dat begunstigd werd door een heldere hemel. Recht vooruit hadden we het hoge land van Nippon, Tatajama waar de landstreken ... van noord naar zuid liepen Tegen 12 uur naderden we het Kasteel van Kuwana, waar we dicht langs voeren, wat mij de gelegenheid gaf de buitenwerken van dichtbij te bekijken en te zien dat door het trapsgewijs vooruitsteken van de bastions het ene het andere dekt, maar dat het laatste natuurlijk helemaal ongedekt is door het kasteel zelf, maar wel vanaf de kant van het land bestreken kan worden.
De rivier loopt door de stad Kwana en met een grote oploop van mensen kwamen we in de woning waar we ons middagmaal gebruikten.

– zetten onze reis in de namiddag voort. De stad kwam me vandaag uiterst levendig en groot voor. Naast de hoofdstad bemerkte ik twee duidelijke voorsteden en ze eindigden zoals gebruikelijk in dorp-achtige straten. Door vruchtbare velden met gerst, raapzaad en dergelijke, doorsneden met hoog afgedamde rivieren en hier en daar onderbroken door lichte sparrenbossen. Kwamen te voet tegen 5 uur aan in Jokaitzi.

dinsdag 27 mei 2008

27
Breken vroeg op bij Akasaka terwijl het hard regent, komen tegen de middag bij Okazaki, –middagmaal – gaan over de grote Jabakihas’ (zonder de ongeveer 24 voet lange tot op de weg lopende leuning 912 Parijse voet [ca 270 m] lang, 26 Parijse voet [8 m] breed) trekken door lichte sparrenbossen. {We zien] in de meren bij Onohama veel Nympaen. Castalia blanda D.C. Nupar japonica …?… Kalmania.


Nuphar japonica DC.

Veel gerstbouw. In de sparrenbossen vaak fazanten. Cucurb lagenar. [*?] Tegen de avond in Narumi, late aankomst in Mia. Hier komen mijn botanische vrienden, brengen veel gedroogde planten uit deze flora mee. [Ze hebben ook] tekeningen van verschillende gewassen, viooltjes, tot 3 uur ’s nachts bezig met het bekijken en determineren van naturaliën.


Viola sp.

Maken afspraken om te corresponderen en heb dit volgehouden tot mijn vertrek uit Japan.

maandag 26 mei 2008

De 26ste
Verlaten Hamamats zeer vroeg, veel witte en rozenrode Tantalus op de rijstvelden die zich hier uitbreiden in een wijde vlakte. Op afzonderlijke verhoogde heuveltjes van aarde wordt gerst, Vica faba, Brass. Orient. verbouwd. Een prachtige weg voert naar Maisaka, een lang, maar overigens armzalig vissersdorp. Hier rusten we wat en staken met het bovengenoemde vaartuig van de landheer van de wacht van Arai over naar Arai, waar mij middagpauze hielden. Vandaar naar Sirosuka, van waaruit de weg door een uiterst plantenrijk woud voert.Veel zeldzame gewassen gevonden. In Futakawa ruste ik wat en sloeg, terwijl ik voor de stoet uitliep, een zeer bekoorlijke zijweg in die uitkwam bij het op een hoge rots opgerichte, van korenaren gemaakte, beeld van de god Iwaja Kwanon. Hier vond ik veel zeldzame gewassen, en een zeer gevreesde adder genaamd hirakuts, bij een meer waaruit ik zelfs de Nymphaea blanda liet verzamelen. Deze komt hier met een andere oort uit deze familie vaak voor. Daarna moesten we ons haasten om de stoet die al voorbij gekomen was, weer in te halen. Op een moerassig weiland zag ik veel Drosera muscipulpa een zeldzame mooie orchidee. Vermoeid kwam k tegen de avond aan in Josita, verfriste me in een theehuis en zette nu in de kako [kago?] de reis naar Akasaka voort. – over de ook al beroemde brug Jositabas over de rivier Isegawa. (97 afdelingen van de leuning geteld, 562 Parijse voet [= ca 180 m}) Bar regenweer, tot diep in de nacht bezig met onderzoeken en drogen van planten. –

zondag 25 mei 2008

De 25ste
Gisteren was de broer van mijn student Riosai naar me toegekomen, en ik beloofde hem in Kakagawa‘te bezoeken, ik haastte me daarom vroeg voor de stoet uit en verbleef enige tijd bij deze vriend, die me stenen en andere naturaliën cadeau gaf. Kakagawa en de eromheen liggende dorpen zijn beroemd vanwege een stof die geweven wordt uit Dolichos hirsutus. Juist nu was men bezig met het snijden van de jonge scheuten – deze werden in grote bundels gebonden, en kort gekookt – de schil/bast van de houtkern geschraapt – dan in stromend water uitgewassen en voldoende van kleurstoffen gezuiverd in de zon gebleekt, dan tot fijne lange draden getrokken, en zo geweven. Maar alleen als inslag. Bij het dorp Mitsuke vond ik een vliegenvangende Drosera, een laag moerasplantje.


Drosera peltata Sm.

In de nacht kwamen we met zeer slecht regenweer aan in Hamamats. Sinds ons vertrek uit Edo was vooral in de ochtend de hemel doorgaans betrokken en daarom had ik tot mijn spijt nog geen gelegenheid gehad om een lengtewaarneming te doen. –

zaterdag 24 mei 2008

24ste
In de morgen trekken we uit Futsiu, gaan over de rivier de Abegawa, komen door het …?…. gebergte en houden middagpauze in Futsijeda. In de dichte wouden van dit gebergte bevonden zich nog veel voor mij nieuwe gewassen, waaronder Acer-soorten en Atragenen mij mooie sierplanten leken. Veelvuldig kwam hier ook Laurus sassafras Linn. voor, die echter geen Laurus is. Het voorkomen van deze boom bevestigt weer de overeenkomst van de N. Amerikaanse flora met die van Japan. Over dit zo interessante geneesmiddel informeerde ik in Edo ook de K[eizerlijke] artsen. Japan heeft in zijn flora enkele van de in Europa meest gebruikelijke plantaardige geneesmiddelen als Valeriaan, Rad. China, Cort. Hypocastan. – Mentha – foeniculum – Calmus en verschillende Umbelliferen etc. De flora van dit gebergte onderscheid zich van die van zuidelijk Japan en men vindt weinig Lauria’s – Euria’s – Mirthe, terwijl de wouden grotendeels gevormd worden door Hydrangia’s, Lindera, Deutzia’s,


Deutzia

Bumalda [* ?], Sambuccus pubescens, Ligustrum, Quercus dentata, Ulmus Keaki, Fagus en Acersoorten. Bij enkele dorpen vond ik Aleurites (een grote boom) geplant. Uit de noten van deze boom perst men olie om te branden [voor verlichting?]. Na het middagmaal in Futsijeda zetten we onze reis voort door het bergachtige landschap, via Simada tot aan de oever van de beruchte Oigawa, waar we net zoals tijdens onze heenreis overheen werden gedragen. De rivier lag ongeveer een voet [ 30 cm] lager dan de vorige keer. Het water had een zeer melkachtige kleur. In het Fabelgebergte Nitsitakatooge sloeg ik nu hier en daar zijwegen in, verfriste me met thee en honing in een in het gebergte liggend theehuis terwijl ik genoot van een prachtig uitzicht op dit veelheuvelig landschap en mij lustig onderhield met leuke bergmeisjes die ik ringen en haarsieraden gaf.


Hydrangea luteo venosa

Daarna wandelde ik met enkele van mijn bedienden in de stille koele avond door het gebergte naar ons nachtlogies, waar de anderen al een uur eerder aangekomen waren – (ik geniet alle mogelijke vrijheid). Ben tot diep in de nacht bezig met het ordenen en drogen van mijn botanische schatten.


Hydrangea involucrata
Sieb.

vrijdag 23 mei 2008

23.
Zetten onze reis voort naar Futsju. Op de weg kwamen veel karren bespannen met ossen ons tegemoet: deze zijn zeer plomp gebouwd. De wielen zijn zeer verschillend van de Europese door de veelheid van dwarsbalkjes en de brede krans die van dwarsbalk naar dwarsbalk met een tussenhout verbonden is. Op de plaats van de banden waren er uitstekende knoppen op de krans in de vorm van een ∞ met bamboe vervlochten, om zo de krans dichter bij elkaar te houden en slijtage ervan te voorkomen (overigens een gebrekkige manier). De manier waarop de ossen de kar moesten trekken, is voor de dieren zelf zeer bezwaarlijk. Een aan de dubbele dissel bevestigde jukboog rust tussen de nek en de schoft , waar zich een tamelijk grote knobbel gevormd heeft, waartegen het juk bij het trekken aanzet,en omdat juk zich er bijna vrij over heen en weer beweegt, is deze plek vaak ingedrukt. Men gebruikt geen leidsels, door de neus loopt een ring waarmee het dier door middel van een touw geleid wordt: Het zijn doorgaans onbesneden ossen.
Rond Futsiu zijn veel rijstvelden en de onlangs op kleine veldjes gezaaide rijst is nu enkele duimen (centimeters) hoog opgeschoten en nu maakt men de grote rijstvelden klaar voor het verplanten; een zeer moeizaam werk,de overstroomde grond met een hak (….) open te hakken en in voren te leggen. ( Men noemt dit werk …..).We kwamen vroeg in Fitsiu aan en bekeken en kochten wat vlechtwerk en houtwerk, dat in heel Japan beroemd is.

donderdag 22 mei 2008

De 22ste
Van Misama gingen we naar Numats, waar onlangs de tolk Densaaimon gestorven is als gevolg van buiksnijden [harakiri] Een prachtige met grote boerderijen bezette straat voert naar Hara, waar wij de bovengenoemde tuin opnieuw bekeken. Primula’s, Peonia’s, Iris, Dianthus, Azalia’s, in bloei. Kwamen ’s avonds vermoeid aan in Kanbara.


Primula japonica

Bij een betrokken hemel was de Fuji berg niet te zien, maar tegen de middag was het weer wat veranderd en vanuit het dorp ……. genoot ik alsnog van een verrassend uitzicht op de met sneeuw bedekte top van de berg. Alleen de diepe omlaag lopende kloven van deze berg waren met sneeuw gevuld en toonden zich als lange strepen vanaf de top van de berg naar beneden, doorlopend tot op de helft van de rug.


Iris ensata

Een prachtig landschap aan de voet van de berg. (Josiware, [dorp? met]zelfde naam als op de weg naar Edo). De gerst begint te rijpen (H. hexast)

woensdag 21 mei 2008

de 21ste
Onze woning lag vlak bij zee zodat men het sterke bruisen van de zee duidelijk kon horen; een harde wind en regen gaf de hele nacht weinig hoop op een gunstige doortocht van het Fakonische gebergte. Maar met het aanbreken van de dag was het weer veranderd en we verlieten Otawara op een bijna zwoele morgen. Mijn oude vriend Toknai had mij vanaf Edo tot hier begeleid, en nu, op de brug Samaibas bij Jamasaki nam deze dappere verdienstelijke grijsaard afscheid. Hier gingen wij omhoog in het gebergte over een met ongelijke stenen geplaveide weg. Afwisselende schitterende uitzichten. Kleine restaurantjes. – De meeste geslachten van Thunberg in bloei. Sansjoouwa [sansho uwo, de reuzensalamader.] wordt hier als geneesmiddel verkocht.


Ongepubliceerde plaat van de door Siebold meegebrachte reuzensalamander

Sainokawara1; een sekte van Boeddha-priesters. De God Dsiso; een mooie cypressenlaan loopt to aan de zee, de keizerlijke wacht uit Hakone niet bijzonder versterkt. Slecht bezet. Aankomst in Fakone […?…]. – De barometer staat op 26’1. Thermometer 71°, hygrometer 49. aan de voet [van de berg] ongeveer 50. – Verlaten na 3 uur het stadje Fakone, dat dieper ligt. Stegen nog wat hoger, doen bij de grenspaal van Iga en Sakami nog een waarneming, die 25’5 was. – Komen bij het invallen van de nacht heel moe aan in Misima. De betrokken hemel maakte het onmogelijk een lengtemeting te doen. –

dinsdag 20 mei 2008

de 20ste
Zetten we onze reis langs de zeekust naar Odawara voort via Hiratsuka en Oiso, trekken door bloeiende tarwe- en gerstvelden.


Hordeum vulgare L., collectie NHN

Komen in het dorp Oiso de stoet van de landheer van Ise, Todo Daikf tegen (35 man Kokf [=met een inkomen van 350000 Koku rijst]). Na het eten trok de vorst langs onze herberg, met veel onderscheidingstekens zoals lansen, bogen, geweren, een groot gevolg, rijpaarden e.d. voor en achter zich. Afgezien van deze onderscheidingstekens was er in de stoet weinig orde.(Op deze dag weinig botanische aanwinsten) De reizen van de landvorsten zijn vanwege de vele dienaren en beambten heel omslachtig. – komen ’s avonds tegen 6 uur aan in Otawara.

maandag 19 mei 2008

De 19de
Begunstigd door heerlijk weer, verlaten we na 6 uur Kawasaki, genieten van een prachtig uitzicht op de baai en het in het jonge groen pralende landschap. In de dorpen Tsurimi en Nama zijn nog veel uitstekend geconserveerde peren van het vorig jaar te koop. De perenbomen worden hier op een speciale manier langs een latwerk met de vorm van een tafel geleid. We hielden middagpauze in Kanazawa en kwamen tegen 5 uur bij Fusimi. – Men had kort geleden rijst gezaaid: de rijstvelden werden gereedgemaakt voor het beplanten.

zondag 18 mei 2008

De 18de
Vertrek uit Edo. In de straten verdrongen de mensen elkaar om ons te zien – De gelaatskleur en de vorm van het gezicht van de bewoners van Edo zijn heel verschillend; van het mooiste rozenrood tot zwartig korengeel.
Nipponbas – Kiobas – Sibakutsi – Kanasuki, Takanaba – Sinagawa. Hier onthaalde de oude vorst Nagts ons in zijn theehuis – Susugamori, hier een gerechtsplaats waar een paar dagen geleden een brandstichter was verbrand. In Omuri werden we ontvangen door de prins Nagats die ons te paard tegemoetgekomen was – Rokukoo – Kawasaki. –strobewerking, zeeplanten.

vrijdag 16 mei 2008

De 16de kreeg ik een brief van de Keizerlijke artsen, waaruit ik opmaakte dat Z.M. de Keizer hun verzoek had afgeslagen. Nadere toedracht hiervan. Het vertrek uit Edo wordt vastgesteld op de 18de.

donderdag 15 mei 2008

De 15e .
Afscheidsfeest voor de keizerlijke doktoren. Globius komt me de mooiste kaarten van Japan laten zien en beloofd dat ik ze zal krijgen, en hij heeft ook echt zijn woord gehouden.

zaterdag 10 mei 2008

Veel keizerl. artsen

vrijdag 9 mei 2008

Veel keizerl. artsen.

donderdag 8 mei 2008

de 8ste
De 8ste. Veel artsen van landheren en keizerlijke artsen. Ik hoor dat de Chinese artsen een intrige tegen me zijn begonnen vanwege mijn langere verblijf in Edo.

woensdag 7 mei 2008

de 7de
Bezoek van de Landheer van Nagats, een uitrusting voor de valkenjacht kado gekregen. De keizerlijke astronoom Globius. Schitterende kaarten van Jezo, Krafto; de Straat van Sangar heet Tsugar. De Straat tussen Segalien en de mond van de Amur – Mamijanoseto. Krijg de toezegging alle geografische werken van deze archipel te zullen krijgen. – Reis van een Japanner M. Rinzoo naar Santang. Beschrijving van Krafto. – Veel keizerlijke artsen komen openlijk op bezoek.


Valkenjacht door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

dinsdag 6 mei 2008

de 6de
K. artsen en artsen van landheren; goede berichten over mijn langer verblijf in Edo

maandag 5 mei 2008

de 5de
(zeer ernstige oogontsteking). Krijg bezoek van de oude vorst van Satsuma. –

zondag 4 mei 2008

de 4e
Afscheidsaudiëntie bij de Keizer en de kroonprinsen. Ik vraag de keizerlijke bedienden of wij de gezant mogen begeleiden bij zijn audiëntie omdat ik het oneervol vind alleen achter te moeten blijven. Dit wordt na ruggespraak met de gouverneur en andere aanzienlijke heren toegestaan, maar slechts in zo verre, dat wij, als de gezant zijn compliment overbrengt, voor de ingang moeten blijven staan. Nog altijd smadelijk genoeg!


Edelman aan het hof, door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

zaterdag 3 mei 2008

de 3e
Bij de Zisja gobugjo, de leider van de burgerlijk en geestelijke aangelegenheden en stadhouder van Edo. (meer details hierover in bovengenoemde schets uiteengezet)


Kleding aan het hof, door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

vrijdag 2 mei 2008

De 2e
Audiëntie bij de 2de staatsraden. Op dezelfde manier.[met] dezelfde haast. Krijg
’s avonds een botanisch werk, om te vertalen voor de keizer. Een Duitse uitgave van Weimann.


Haardracht van de vrouw van de shogun, door Kawahara Keiga, Collectie Volkenkunde

donderdag 1 mei 2008

De 1ste mei.
Audiëntie bij de keizer en de kroonprins. Verlaten onze woning voor zes uur. Na ongeveer 1000 passen door de stad getrokken [te zijn], komen we aan de oostelijke poort van het slot. [We] worden in onze norimono voornamelijk in westelijke richting gedragen door de mooie brede straten, waarin aan beide zijden goed onderhouden paleizen van de landvorsten staan, tot aan de eerste poort van het keizerlijke paleis.
Hier opent zich langs de gracht een tamelijk lang plein waar de stoeten van de landvorsten en andere aanzienlijken gewoonlijk stoppen, links een lang gebouw dat dient als rustplaats voor dragers en paarden. Hier verlieten wij nu onze norimono en trokken door de poort van het keizerlijke voorpaleis. {We] rusten hier in een net voor het keizerlijke slot gelegen wachthuis, de wacht(plaats) van de honderd lijfwachten hjak' nin banjoo waar de gouverneur van Nagasaki, de hofspion en de vreemdelingencommissarissen ons welkom heetten. - drinken slechte thee. - Hierna trekken wij het echte keizerlijke paleis binnen, dat iets verhoogd in het noorden ligt en is voorzien van dubbele zware poorten.
De ingang lijkt op die van een Boeddhatempel; we rusten in een kamer met een oppervlakte van ongeveer 36 matten. - komen de gouverneur en de beide anderen ons eveneens verwelkomen; de keizerlijke bedienden zijn kaalgeschoren net als de bonzen. - gedragen zich over het algemeen niet eerbiedig, de jonge leerlingen zeer onaardig, ze lopen lomp stappend door de voorplaats; we moeten lang wachten. - gaan in de audiëntiezaal kijken, waar de geschenken net staan. Dansplaats (zie de dans No).
- De gezant moet leren hoe hij een compliment moet maken, overdreven angst hierbij van de kant van de Japanners. De bedienden hebben de overhand, zijn gemene lieden, brutaal - slecht gekleed - zullen wel rijk zijn door hun wangedrag- wij, de secretaris en ik, komen terug in de rustkamer. - gezant gaat naar de audiëntie, komt snel terug, we worden bekeken door veel landvorsten. De gouverneur komt zijn gelukwensen brengen. Onze gezant geeft de gouverneur van Nagasaki een verzegelde brief. - De gouverneur neemt de brief niet aan - maar geeft hem door aan de opperbanjoost. Spoedig hierna verlaten wij het keizerlijke kasteel - komen in het paleis van de kroonprins.


De shogun, door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

Vanaf de brug ...?... die naar het binnenste kasteel voert mooi uitzicht op de stad Edo die aan de oostelijke horizon uitgebreid vlak voor ons ligt. De kroonprins is niet aanwezig, een raadsheer neemt de audiëntie af. Het ceremonieel is hetzelfde als in het keizerlijke paleis, we verlaten het paleis en leggen bezoeken af bij de 7 eerste staatsraden.
Worden steeds door de secretarissen ontvangen en krijgen gemalen groene thee en gebak - alles zeer stijf. (korte beschrijving van de audiëntie in een van deze paleizen)
- Wij verdrijven de verveling, die nog verhoogd wordt de door de stilte en stijfheid van onze gezant, door het bekijken van vrouwelijke schoonheden die ons begluren door uitsparingen in de papieren ramen. Wij komen laat in de avond terug in onze woning. Het overhandigen van de brief van de kant van onze gezant in het keizerlijke paleis nemen we hem zeer kwalijk.