woensdag 4 juni 2008

de 4de
Er worden verschillende vogels gebracht om te bekijken, waaronder ook een Francoline, een soort veldhoen met sporen: Men vraagt er 10 kobang voor; [ik kan deze vogel niet kopen, hoewel hij zeldzaam is] Onderhoud me ’s avonds met mijn vriend Hidejoske. Hij laat zijn hofkleding van huis halen om me het kostuum van de keizer en de overige groten in de daili duidelijk te maken. Een soort van broek sasinuki genaamd. Een wijd-armige mantel, kaiginu, een smalle sleepmantel, kioo, een sjerp isinobi, een muts, jebosi, zijn de belangrijkste kledingstukken van de kinri en zoals van alle groten in de daili. De isinobi dient als onderscheidingsteken voor de rang: de kinri draagt hem bezet met (edel)stenen de kambak met schildpad (karet), de daizin met granaten. Minderen in rang [hebben er een] met buffelhoorn en horens van andere dieren, Bildstein1 etc. Sabels worden alleen gedragen door de kinri en zijn eerste hovelingen zoals de kambak, en de daizin, en wel slechts een. Ook deze sabel draagt rangkentekens.
Aan het hof heeft iedere dienaar in de dairi een houten spatel, sjak genaamd in de rechterhand. Hij wordt zo vastgehouden dat de hand nauwelijks te zien is; daarmee wijst en duidt iedereen in de dairi, het is een gebruik dat vergelijkbaar is met de veldstaf onze van militairen. De kleding van de kinri is wit van kleur: hij draagt ieder kledingstuk slechts een dag, daarna geeft hij het als geschenk aan zijn otsubone.
De kleding van de keizerin (haar titel is kugun-sama of nijogo) wijkt wat het voorkomen betreft niet veel af van die van andere Japanse vrouwen. Maar de haarstijl die bij de Japanse vrouwen zo’n grote rol speelt, is zeer eenvoudig, de haren zijn slechts naar achter gekamd, met tussenruimten gebonden, en vals haar er ingevlochten; over de rug tot op de voeten hangend en vaak over de grond meegesleept. De wenkbrauwen zijn bij de keizerin en de bijvrouwen afgeschoren. NB zodra ze een kind krijgen, boven de wenkbrauwen dragen ze twee op ogen lijkende tekeningen genaamd tensjomaju. De wenkbrauwen verwijderen alle japanse vrouwen, zodra ze vruchtbaar zijn, maar dat doen ook onvruchtbare matrones en oude juffrouwen (de laatste zijn zeldzaam in Japan), om niet met hun steriliteit te koop te lopen. De otsubonen dragen een eigen broekachtig gewaad hi no hakama dat vuurbroek betekent, omdat hij rood van kleur is.

Geen opmerkingen: