maandag 2 juni 2008

de 2de
Vandaag kreeg ik bezoek van mijn vriend de keizerlijke arts Hikonoske, Liodai, Lioozun, Siogen, en verschillende anderen. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om enkele inlichtingen over Miako te verzamelen, die ik hier neerschrijf in willekeurige volgorde. Miako is van oost naar west 2½ ri (Jap. mijl) en van N naar Z één ri lang. Deze stad heeft 170.000 huizen, buiten de dienaren en ambtenaren van de mikado, de soldaten van de landheren, de monniken, en artsen wonen er 78.000 mensen en de totale bevolking kan wel 1.200.000 zielen belopen. Het aantal straten, en bruggen werd overdreven, maar van het aantal woningen van landheren, kura jasiki telt men er ongeveer 200. Het keizerelijke slot wordt daili genoemd, hier woont de erfkeizer met de zijnen; dit slot heeft een oppervlakte van 8 ‪ tsjo (straten). De erfkeizer voert gewoonlijk de naam kin-ri, dat betekent “hemel zoon”, ook in de Chinese taal is het Ten-si4. De huidige erfkeizer heet Hotoje en is 24 jaar oud5 – de Vader van de regerende erfkeizer wordt sento genoemd: die van de tegenwoordige leeft nog en heet Singi [*?] en is 60 jaar oud. De erfkeizer kan, als hij een zoon van 7 jaar heeft, zijn waardigheid neerleggen en zich terugtrekken, en zo geschiedde het 9 jaar geleden. De groten in de dairi zijn: a) kambak (1) b) Daisin (5) en Goseke (5).
De kambaku is hoger in rang dan de shogun (de wereldlijke keizer) in Edo, die de rang van daisin heeft, maar naar verdiensten een hogere rang kan krijgen. De erfkeizer en alle groten in de daili worden door de wereldlijke keizer voorzien van inkomsten. Maar deze zijn klein in vergelijking met [de inkomsten van] de andere groten van het rijk. De kinri krijgt jaarlijks 100.000 Koku, in Hollandse guldens ongeveer 1.200.000. In de daili zijn zes ambtenaren van de wereldlijke keizer, die zich allemaal bezighouden met aangelegenheden tussen de kinri en de wereldlijke keizer (tot zover vandaag). Er komen twee zeer knappe meisjes, de dochter van een rijke koopman en die van mijn vriend Hikonoske bij me. De voorname ongetrouwde vrouwen dragen lange mouwen, zijn zeer subtiel in hun gedrag en op hun manier werkelijk goed gevormd, zeer netjes gekleed. [Ze] maken zich op en gedragen zich net zo schuchter als onze jonge vrouwen, zonder echter de minste arrogantie of pretenties te laten merken door hun houding. Hun wetenschappelijke vorming bestaat uit schrijfkunst, muziek en wat poëzie. Enkelen van hen verstaan Chinees.

Geen opmerkingen: