maandag 26 mei 2008

De 26ste
Verlaten Hamamats zeer vroeg, veel witte en rozenrode Tantalus op de rijstvelden die zich hier uitbreiden in een wijde vlakte. Op afzonderlijke verhoogde heuveltjes van aarde wordt gerst, Vica faba, Brass. Orient. verbouwd. Een prachtige weg voert naar Maisaka, een lang, maar overigens armzalig vissersdorp. Hier rusten we wat en staken met het bovengenoemde vaartuig van de landheer van de wacht van Arai over naar Arai, waar mij middagpauze hielden. Vandaar naar Sirosuka, van waaruit de weg door een uiterst plantenrijk woud voert.Veel zeldzame gewassen gevonden. In Futakawa ruste ik wat en sloeg, terwijl ik voor de stoet uitliep, een zeer bekoorlijke zijweg in die uitkwam bij het op een hoge rots opgerichte, van korenaren gemaakte, beeld van de god Iwaja Kwanon. Hier vond ik veel zeldzame gewassen, en een zeer gevreesde adder genaamd hirakuts, bij een meer waaruit ik zelfs de Nymphaea blanda liet verzamelen. Deze komt hier met een andere oort uit deze familie vaak voor. Daarna moesten we ons haasten om de stoet die al voorbij gekomen was, weer in te halen. Op een moerassig weiland zag ik veel Drosera muscipulpa een zeldzame mooie orchidee. Vermoeid kwam k tegen de avond aan in Josita, verfriste me in een theehuis en zette nu in de kako [kago?] de reis naar Akasaka voort. – over de ook al beroemde brug Jositabas over de rivier Isegawa. (97 afdelingen van de leuning geteld, 562 Parijse voet [= ca 180 m}) Bar regenweer, tot diep in de nacht bezig met onderzoeken en drogen van planten. –

Geen opmerkingen: